vrijdag 27 april 2012

Mijn eigen dorst


LAATSTE LIED




Aanhoor mij

als je nog kan, rivier van kristal,

ochtendvogel. Aanhoor mij
lichtgevend garen geweven door de sneeuw,

schuwe en steeds uitgestelde

wenk van het paradijs.

Aanhoor mij, als je nog kan,

verwoestend verlangen,

voskleurig dier van de vreugde.

Als je geen hallucinatie of een luchtspiegeling
of een droombeeld bent, aanhoor mij

nogmaals: kom nu

en niet in het uur van onze dood

- laaf mij met mijn eigen dorst.


© Eugénio de Andrade




Uit: Eugénio de Andrade Het zout van de taal – O sal da língua, moderne Portugese poëzie, tweetalige gedichtenbundel Portugees-Nederlands, vertaald door Toon Cappuyns & Germain Droogenbroodt.  
POINT Editions nr. 70, Kortrijk (B.)/Altea (Sp.), z.j.

zaterdag 7 april 2012

Vertrek


Zodra het anker was gelicht, is het schip vertrokken.

Als je nu heengaat, wanneer keer je dan terug?
Kom toch weer veilig bij mij thuis
zoals je nu over de wijde blauwe golven wegvaart!
Bij het horen van visserliederen in de nacht
zal mijn hart breken van verlangen naar jou...



Anoniem gedicht in: Liefde rond, liefde vierkant - bloemlezing uit zeven eeuwen sijo-poëzie. Vertaald uit het Koreaans en beschreven door Frits Vos.
Deel 7 van de Oosterse Bilbiotheek, Leiden/Amsterdam, Meulenhoff, 1978

vrijdag 6 april 2012

Schaduwen


DE AFSTAND



Een lamp verlicht de wachtkamer
En wiegt twee grote schaduwen:
Van een jonge vrouw en een oude vrouw.

- Als jij weggaat, hoe kan ik dan sterven?

Als de locomotief fluit
En de stad doet trillen
Huilt de jonge vrouw
Voor het raam van de trein.

- Als jij weggaat, hoe kan ik dan sterven?

De trein is vertrokken
De oude vrouw snikt
- De trein heeft mijn schoondochter meegenomen.


© Pak Nam-su



Pak Nam-su (Korea, 1918) in: Moderne poëzie uit Azië - samenst. en vert. Bertus Dijk, bloemlezing, Amsterdam, Van Gennep, 1977

zondag 1 april 2012

Een kast vol jurken


OP DE RUG VAN EEN STIER



Iemand zei dat Europa niets meer is
dan een grillige vlek op een wereldkaart
zonder te beseffen dat de wraak van goden
van alle tijden is

dat Europa vele metamorfoses kent
zij is een eiland in de Indische Oceaan
een maan bij Jupiter
zevenentwintig landen die als koorddansers
in evenwicht
proberen te blijven
er leven godenkinderen die vergeten zijn
wie hun vader is

Europa is een vrouw
met een kast vol jurken
ze houdt er niet van een vlek genoemd te worden
over wraak van goden en vrouwen
met jurken
kun je beter niet lichtzinnig doen






*



WEERMAN




Een man die met grote handen een maatbeker
melk drinkt als ontbijt
een man met wie je vast goed schepijs kunt maken
en wijde kaplaarzen
bij de deur heeft staan
zo’n man die overdag boven oceanen strekt
wolken bijeen drijft, regen maakt

thuis eet ik stukken Turks brood
uit zijn handen, zijn adem schuift
metershoge krokodillen op een hoop

later trekt hij ons
pyjama’s aan, zingt liedjes
over onweer, weet precies
hoeveel schaduworen tussen regendruppels passen




© Hanneke van Eijken




Twee gedichten van Hanneke van Eijken (1981) in het nieuwe, zojuist verschenen Meander nr. 427.


Van Eijken stond verleden jaar in de finale van het Nederlands Kampioenschap Poetryslam. Naast schrijven en publiceren organiseert ze o.a. iPoetry Live, een tweemaandelijkse literaire voorstelling van het Poëziecircus in Utrecht. 
Een interview met haar en meer van haar dichtwerk staat op:
http://meandermagazine.net/wp/2012/03/over-taalluikjes-het-recht-en-krokodillen/