dinsdag 6 december 2011

Dat het sissen bleef


ZIJ BREEKT WAKKER en spoelt aan
als iemand die verbeten op
de ramen tikt met druppels
uit het noorden en verlangen.

Zij zegt: Ik kan niets lichters
dan dit lichaam geven.
Zo licht dat het verglijdt
nog voor ik het kan nemen.

Ik zeg: Ik kan niets groters
doen dan in je ondergaan,
zoals vermoeide warmte ’s avonds

in je zinkt. Ik droomde dat
het sissen in je duren bleef
en dat ik in je leerde zwemmen.



© Johan de Boose



Uit de cyclus Het Derde Geheim, in:
Johan de Boose Geheimen van Grzimek
Antwerpen, Meulenhoff/Manteau
(De Bezige Bij, Antwerpen), 2010.


Bovenstaand sonnet werd genomineerd voor het Beste Gedicht van 2010.
De bundel waaruit het gedicht afkomstig is, kreeg een nominatie voor
de Herman de Coninckprijs 2011.

Geen opmerkingen: