zondag 8 mei 2011

Koffieservies



DE TAAL VAN MIJN MOEDER






Ik heb mijn moeder in geen twintig jaar gezien
Zij stierf gewillig van honger
Ze zeggen dat ze iedere ochtend
haar hoofddoek afdeed  
en zeven keer op de grond sloeg
en de hemel en de Tiran vervloekte
Ik leefde in de grot
waar in schaduwen de dwangarbeider leest
en op de wanden het bestiarium van de toekomst schildert
Ik heb mijn moeder in geen twintig jaar gezien
Ze liet mij een Chinees koffieservies na
waarvan een voor een de kopjes breken
en ik ben er niet rouwig om zo lelijk zijn ze
Maar daardoor houd ik nog meer van koffie
Vandaag, als ik alleen ben
doe ik de stem van mijn moeder na
of liever zij praat in mijn mond
met vloeken, obsceniteiten en scheldtirades
de onvindbare rozenkrans van haar verkleinwoorden
de hele mensheid bedreigd door haar woorden
Ik heb mijn moeder in geen twintig jaar gezien
maar ik ben de laatste mens
die nog haar taal spreekt


© Abdellatif Laâbi


- vertaling: Bart Vonck -


Uit: Abdellatif Laâbi (1942 Fes, Marokko) Het continent van de gave Leuven, Uitgeverij P, 2007.

De dichter Laâbi bracht na arrestatie, marteling en veroordeling wegens "crimes of opinion" bijna de volledige jaren '70 door in de gevangenis. Vanwege zijn werk als schrijver en zijn politieke en sociale opvattingen was hij na vervroegde vrijlating gedwongen in ballingschap te gaan. Abdellatif Laâbi leeft en werkt tegenwoordig in Frankrijk.

Geen opmerkingen: