dinsdag 15 juni 2010

Link



[...]*


2.

Er was eens iemand die een virus schreef
Achter in zijn diesel slurpende laptop vond hij het adres.
Discreet werd een pakketje gepost
dat je aan een besmette site linkt.
'Ik ben drieëntwintig en kom uit Florida.
Zoek iemand die de link volgt en me blij maakt.'

Je opent het pakketje, niet alleen om iemand blij te maken.
Sluit eerst alle programma's af.
Omzeil de beveiliging door in te tikken: 97, 98, 99.
Zo nader je vernietiging van de relatie tussen nul en een.

De virusschrijver dronk een halve fles bier in een teug leeg,
het einde van je computer:
eerst in een huis in het oosten van Parijs,
drie minuten later in Australië,
een ambtenaar zit de laatste minuten van zijn werkdag uit
moet naar huis
binnen een half uur op een feest zijn,
een minuutje later op de Filippijnen,
een meisje van negentien
etaleert haar strakke lijf in een chatroom,
bijna op hetzelfde moment in Egypte,
de volgende ochtend in Kaboel.


3.


Jullie, jullie en jullie ook
ja jullie en jullie
jullie staan allemaal onder arrest!


4.

Ze zeggen me: 'Schrijf niet!
Als je toch schrijft...
laten we je hier thuis Guantánamo zien.
Als je toch schrijft, dan maken we je af.'
Kaboel, zomer 2007:
handen geboeid, voeten geketend.
Het is hier Afghanistan!
Waarheen gaat de ziel dan,
tussen lichamen geperst,
terwijl de dichtkunst geknecht wordt.
Het is hier een gevangenis, ja.


5.

Ze vroegen een mus uit Kaboel:
'Wat zijn de mensen van plan?'
Terwijl hij nog over het antwoord nadacht, stierf de mus.


© Kamran Mir Hazar




* fragment uit Virus Schrijven, in:
Kamran Mir Hazar ahn-e tond-e asbi dar ezlâ-e parvân-e sjodan,
Stockholm, Iran Open Publishing Group, 2009.

- vertaling voor Poetry International, juni 2010: Jan-Willem Anker en Johnny Cheung -

Geen opmerkingen: