woensdag 24 maart 2010

Onoorbaar vlees


Naast alles ligt alles. Naast Pad

ligt platte Pad, naast het voedsel het vormsel,

ook hier bij zijn zachtleerse lichaam dat ik bedien
met de vlieg in mijn oog, de vlieg in mijn keel, ik

wil hem ook wel zo. Zijn splijtoog zijn stormwang
stikzak schrompelbuik. Tenslotte ben ik het

(wie dan ook) die hem opruimt,
nagels slaat in zijn ontplofte onoorbare vlees.

Soldaat kom terug naar de modder, kruip in mijn bloed.
Niet makkelijk loslaten. Niet

haasten naar de verlossing.


EVA GERLACH

Gedicht 5 uit de afdeling Pad tussenbeide, in:
Eva Gerlach Situaties. Amsterdam/Antwerpen, De Arbeiderspers, 2006

Geen opmerkingen: