zondag 4 oktober 2009

Aan het raam (zwarte weg)



HET HUIS VAN DE SCHILDER



Iets verder dan het aardbeienpaadje

dat uitkwam οp de Zwarte Weg,
verder dan de brandnetels
langs datzelfde pad,


vlak bij het jachtgebied,
waar het groen vol rode beestjes zat

met zwarte stippen,

stond het huis van de schilder
hoog en steil
zodat ik zag wat ongenaakbaar was,

langs de weg van Heerlen
naar Kerkrade.


Daar hield hij huis
met tubes, kwasten en penselen

οp doeken zο groot
als een raam.


Of zou hij tekenen,
vroeg ik me af,
heel fijntjes tekenen
οp papier,
spichtige lijnen in een van de kamers

in een huis zο groot als een hoofd
als het denkt,

zich iets verbeeldt?

Met een takje schoof ik de
οnzelieveheersbeestjes
van waar ze licht vingen,
boven οp het blad,
van waar ze sliepen
aan de onderkant,

in een pot.

Rood en zwart en groen.

Thuis had mijn vader
van plankjes een hutje getimmerd

dat precies οp de vensterbank
paste.

Er zat een raampje in,
vijf bij vijf centimeter,
met stopverf vastgezet,
net echt.

Daar liet ik mijn beestjes wonen.

Ik legde wat groen in hun kamer
en zat met hen
aan het raam,


zij binnen,
ik buiten.

Ze hadden geen stoelen,

geen tafel, en waren
hun eigen schilderij
(voor mij),

hun zwarte buikjes naar
het licht gekeerd.


© Wiel Kusters

Uit: Wiel Kusters Zielverstand, Amsterdam, Em. Querido, 2007

Geen opmerkingen: