maandag 20 juli 2009

Drijvend ijs



WINTER OP ZEE



De kim wordt wreed, de golven tuimlen wild,
Van mild en groen, spoorslags hardgrijs en grauw;

Eén nacht waarin de wind door 't luchtruim rilt,
Dan, als een plotselinge dood, de kou.

Om rotseilanden zonder boom en gras,
Liggend verlaten in het oeroud ruim,
Bloeit slechts 't onstuimig en verward gewas
Van 't snel opschietend, snel verwelkend schuim.


Op 't schip waarin geen vuren troostend branden,
Nestelt de kou zich voor een lange reis;
Tegen de 's nachts wakkergekraakte wanden
Kruit en verbrijzelt zich het drijvend ijs.


J. Slauerhoff


Uit: J. Slauerhoff Een eerlijk zeemansgraf, Rotterdam, Nijgh & Van Ditmar, 1937 (2e dr.).

Herdruk van de laatste dichtbundel van de door vijandschappen in geneeskundige kring noodgedwongen scheepsarts van beroep geworden J. J.Slauerhoff (1898-1936).
Een eerlijk zeemansgraf werd nog gepubliceerd in 1936, het jaar van Slauerhoff's dood.
De schrijver-medicus was de laatste jaren door zijn vele scheepsreizen ernstig ziek, hij leed tenslotte aan malaria door verwaarloosde longziekten en een tuberculose. Herstelpogingen in de bergen rond het Italiaanse Merano mochten niet meer baten.
Slauerhoff keerde terug naar Nederland en werd opgenomen in rusthuis 'Villa Carla' in Hilversum. Daar overleed hij op 5 oktober 1936, kort na zijn 38e verjaardag.


Geen opmerkingen: