vrijdag 8 mei 2009

Spoorweg


BROODJE LEED SPECIAAL


Ik zit vaak op verlaten stadsstationnen
met in mijn mond een beet saucijzebrood.
Denk steeds: waarom ben ik de reis begonnen?
En: eig'lijk, eig'lijk wil ik liever dood.

Maar dan begint de trein ineens te rijden
en schiet het zonlicht in mijn zwart gemoed,
dat als een laser-straal 't gezwel begint te snijden:
wat smaakt dan het saucijzebroodje goed!

En op het ritme van de ratelende slagen
grijpt een geluksgevoel mijn oude jichtkast aan.

Een lied welt in de krop: zal ik gaan vragen
of ik heel even op de bank zou mogen staan?

Maar dán zie 'k voor een overweg jouw wagen
en vliegt de rest van 't broodje op de spoorwegbaan.


Lévi Weemoedt


Uit: Lévi Weemoedt Geduldig lijden. Amsterdam, Thomas Rap, 1977.
Later opgenomen in Vanaf de dag dat ik mensen zag - verzamelde gedichten van Lévi Weemoedt, Amsterdam, Nijgh & Van Ditmar, 2007.

Geen opmerkingen: