vrijdag 29 mei 2009

Kom er maar in, lezer


Je truitjes en je witte en rode
sjaals en je kousen en je slipjes
(met liefde gemaakt, zei de reclame)
en je brassières (er steekt poëzie in
die dingen, vooral als jij ze draagt) -
ze slingeren rond in dit gedicht
als op je kamer.

Kom er maar in, lezer, maak het je
gemakkelijk, struikel niet over de
zinsbouw en over de uitgeschopte schoenen,
gaat u zitten.

(Intussen zoenen wij even in deze
zin tussen haakjes, zo ziet de lezer
ons niet.) Hoe vindt u het,
dit is een raam om naar de werkelijkheid
te kijken, alles wat u daar ziet
bestaat. Is het niet allemaal
als in een gedicht?

*


Middenin de vlakte van juli
kwam ik je tegen. Ik woon hier, zei je.
Ik keek naar de bloemen. Ja, dat zie ik,
zei ik, en waar leerde je de kunst
om niet lang te duren? Ook hier, zei je.

Je was lenig; en je woorden waren zo
doorschijnend, ik kon je er helemaal
door zien.
En daar lag ik al in het gras
en wat hield ik in mijn hand?
Een oortje, waarin het lange woord
'lieveling' uitgoot, zonder morsen.



© Herman de Coninck



Twee gedichten uit de debuutbundel van Herman de Coninck De lenige liefde,
Brugge, Desclée de Brouwer, 1969 (herdrukt in 1986 met heruitgave door Manteau, Antwerpen).
Ook opgenomen in: De gedichten, samenst. en verantwoord. Hugo Brems, De Arbeiderspers, Amsterdam/Antwerpen, 6e druk 2000

Geen opmerkingen: