vrijdag 8 mei 2009

Alsof ze niet weet



VOOROORLOGS


1.

Rechtvaardig aan tafel, hij,
vοοrzitter van het gezin,
machinist van het uurwerk -
mahonie met koperen plaat -
dat zijn vrouw glans geeft.

Recht als zijn scheiding de stoel
waarop hij tussen scheurkalender
en potplant luistert naar de radiο
waarop een bakelieten stem de wereld uitlegt,
feillοοs.


2.

Het hondje kijkt in de lens
maar zij, ze doet alsof ze niet weet
dat ze gekiekt wordt.

De leliën op de ronde tafel
geuren naar teraardebestelling. Aan de
wand het oplichtend wit van de geit,
meermaals uitgebeeld door een
schilder die vroeg overleed aan de
tering.

Maar de fluitketel zingt
en het theelichtje blinkt.

Zij zit zo weelderig in haar crapaud,
kijkt dom van geluk
neer op het hondje
in haar satijnen schoot.

Zij gaat zo kennelijk nooit dood.


Jan Eijkelboom





Uit: J. Eijkelboom Tot zo ver - De meeste gedichten,
Amsterdam, de Arbeiderspers, 2002.

Geen opmerkingen: