vrijdag 3 april 2009

Een geit met joodse trekken



DE GEIT

(La capra)


Ik heb met een geit staan praten.
Alleen in de wei, van het grazen zat,
en van de regen druipend nat,
stond zij aan de lijn en blaatte.

Dat gelijkblijvend blaten was aan mijn
verdriet verwant. Ik antwoordde, eerst voor
de grap, toen omdat pijn er steeds zal zijn
en maar één stem heeft, zonder onderscheid.
Die stem klonk door
in de klacht van een eenzame geit.

Uit een geit die joodse trekken heeft
klonk het klagen van alle andere pijn,
al het andere dat leeft.


Umberto Saba

- vertaling uit het Italiaans: Peter Verstegen -


Uit: Natuur zal kunst nooit blijvend evenaren. Amsterdam, Bert Bakker, 1989.

Geen opmerkingen: