dinsdag 24 februari 2009

Twee overzijden


DE MOEDER DE VROUW



Ik ging naar Bommel om de brug te zien.
Ik zag de nieuwe brug. Twee overzijden
die elkaar vroeger schenen te vermijden,
worden weer buren. Een minuut of tien
dat ik daar lag, in 't gras, mijn thee gedronken,
mijn hoofd vol van het landschap, wijd en zijd -
laat mij daar midden uit oneindigheid
een stem vernemen dat mijn oren klonken.

Het was een vrouw. Het schip dat zij bevoer
kwam langzaam stroomaf door de brug gevaren.
Zij was alleen aan dek, zij stond bij 't roer,

en wat zij zong hoorde ik dat psalmen waren.
O, dacht ik, o, dat daar mijn moeder voer.
Prijs God, zong zij, Zijn hand zal u bewaren.

Martinus Nijhoff


Uit: M. Nijhoff Verzamelde Gedichten, Amsterdam, Bert Bakker (1990).

Dit sonnet, wellicht een van Nijhoffs bekendste verzen, beschrijft de (oude) metalen brug over de Waal bij Zaltbommel die in 1996 is vervangen door een nieuwe oeveroverspanning, die de naam MartinusNijhoffbrug kreeg.

Geen opmerkingen: