donderdag 22 mei 2008

Het is pas 13:16 uur




DE TERRORIST - KIJKT



De bom in het café zal om dertien uur twintig ontploffen.
Nu is het pas dertien uur zestien.
Er kunnen nog een paar mensen naar binnen,
een paar naar buiten.

De terrorist is de straat al overgestoken.
Die afstand behoedt hem voor elk kwaad
en tegelijk ziet hij alles alsof hij in de bioscoop zit:

Een vrouw in een geel jack - gaat naar binnen.
Een man met een donkere bril - komt naar buiten.
Twee jongens in spijkerbroek - staan te praten.

Dertien uur zeventien en vier seconden.
De kleine heeft geluk - hij stapt op zijn scooter,
maar de grote - gaat naar binnen.

Dertien uur zeventien en veertig seconden.
Er komt een meisje aan - ze heeft een groen lint in haar haar.
Maar nu belemmert die bus het uitzicht opeens.
Dertien uur achttien.
Het meisje is verdwenen.
Of ze zo dom is geweest naar binnen te gaan of niet,
zullen we zien als het uitdragen begint.

Dertien uur negentien.
Om een of andere reden gaat nu niemand naar binnen.
Er komt wel een kale, dikke man naar buiten.
Maar het lijkt of hij iets in zijn zakken zoekt en
tien seconden voor dertien uur twintig
gaat hij terug, alleen voor twee rottige handschoentjes.

Het is dertien uur twintig.
De tijd - wat gaat hij toch langzaam.
Nu is het vast zo ver.
Nog niet.

De bom - ontploft.


© Wíslawa Szymborska



Uit: Wíslawa Szymborska Einde en begin, gedichten 1957-1997, Amsterdam, Meulenhoff, 1999
Oorspr. in: Grote getallen (1976)

- uit het Pools vertaald door Gerard Rasch -

Geen opmerkingen: