donderdag 10 april 2008

Zeg het aan geen mens



VOOR EEN DAG VAN MORGEN



Wanneer ik morgen doodga,
vertel dan aan de bomen
hoeveel ik van je hield.
Vertel het aan de wind,
die in de bomen klimt
of uit de takken valt,
hoeveel ik van je hield.
Vertel het aan een kind
dat jong genoeg is om het te begrijpen.
Vertel het aan een dier,
misschien alleen door het aan te kijken.
Vertel het aan de huizen van steen,
vertel het aan de stad
hoe lief ik je had.

Maar zeg het aan geen mens,
ze zouden je niet geloven.
Ze zouden niet willen geloven dat
alleen maar een man
alleen maar een vrouw
dat een mens een mens zo liefhad
als ik jou.


© Hans Andreus


oorspr. gepubliceerd in: Al ben ik een reiziger (1959),
later opgenomen in: Verzamelde Gedichten - samenstelling en tekstverzorging: G. Borgers, J. van der Vegt en W.A.M. de Vroomen. Amsterdam, uitgeverij Bert Bakker, 1984.

Het werk van Hans Andreus (1926-1977), pseudoniem van Johan Wilhelm van der Zant, wordt gerekend tot de 'experimentele' dichtkunst van De Vijftigers, waartoe onder anderen ook Lucebert, Bert Schierbeek en Remco Campert behoorden.
Behalve poëzie en ook proza schreef Andreus echter een groot aantal kinderboeken. Die vormen zelfs het grootste deel van het oeuvre van deze Nederlandse dichter. Zijn kinderverhalen zijn fantasierijk, lichtvoetig, met speels taalgebruik, en veel gevoel voor klank en ritme. Andreus' kinderboekenwerk is een aantal malen bekroond. Zo behaalde de versjesbundel 'De Rommeltuin' in 1971 een Zilveren Griffel en werd 'Meester Pompelmoes en de mompelpoes' in 1969 door de boekpromotie-organisatie CPNB onderscheiden als Kinderboek van het Jaar, voorloper van de latere Gouden Griffel.

Geen opmerkingen: