donderdag 24 april 2008

Gooi de vissen terug


DE UITGESTELDE TIJD




Er komen moeilijker dagen.
De tot nader order uitgestelde tijd
wordt zichtbaar aan de horizon.
Weldra moet jij je schoen dichtbinden
en de honden terugjagen naar de boerderijen in de mars.
Want de ingewanden van de vissen
zijn koud geworden in de wind.
Armzalig brandt het licht van de lupines.
Jouw blik maakt een spoor in de mist;
de tot nader order uitgestelde tijd
wordt zichtbaar aan de horizon.


Ginds zakt jouw geliefde weg in het zand,
het stijgt om haar wapperende haar,
het valt haar in de rede,
het beveelt haar te zwijgen,
het vindt haar sterfelijk
en bereid tot afscheid
na elke omarming.

Kijk niet om.
Trek je schoenveters aan.
Jaag de honden terug.
Gooi de vissen in zee.
Doof de lupines.

Er komen moeilijker dagen.




© Ingeborg Bachmann



oorspr. titel Die gestundete Zeit (1953) in Werke-I, 1974 München, Piper Verlag.
© deze vertal. uit het Duits: Frances van Boeckel, in: Daan Bronkhorst (samenst.) Liefde kon maar beter naamloos zijn – 150 dichteressen voor Amnesty International, 2000, Breda, De Geus.

Ook vertaald als Tijd in onderpand door de Nederlandse Bachmann-hoofdvertaler Paul Beers in "Aanroeping van de Grote Beer"/Anrufung des groszen Bären, gedichten van Ingeborg Bachmann. Amsterdam, Amber, 1988 [P.Beers i.s.m. Isolde Quadflieg].



Ingeborg Bachmann (Klagenfurt, 1926 - Rome, 1973) groeide op in Oostenrijk onder de nazi-bezetting. Ze was  een veelbelovende filosofiestudente en dochter van een nationaal-socialistische vader, met wie ze gebroken had.
In 1964 verscheen haar allerlaatste gedicht met de veelzeggende titel 'Keine Delikatessen'. In datzelfde jaar won ze de Georg-Büchner-Preis, de belangrijkste literaire prijs van Duitsland.


In de loop van 2008 verschijnt in Duitsland - posthuum - onder de titel Herzzeit de geheime briefwisseling tussen haar en de Roemeens-joodse dichter Paul Celan (pseud. van Paul Antschel, 1920-1970). Celan, die inmiddels in Parijs woonde, was na jaren werkkamp zelf zwaar geschonden uit de oorlog gekomen waarbij zijn ouders, familieleden en vele vrienden al eerder waren opgepakt en vergast.
Bachmann en Celan worden tot de belangrijkste dichters van de tweede helft van de vorige eeuw gerekend, ook buiten het Duitse taalgebied. Dat de twee elkaar kenden en regelmatig ontmoet hebben, was bekend; niet dat zij in het verborgene dertien jaar lang een - uiterst pijnlijke - liefdesverhouding hadden.
Celan, die gehuwd was met de Franse grafische kunstenares Gisèle Lestrange, maakte in 1970 een eind aan zijn leven door zich in de Seine te werpen. Bachmann overleed in 1973 in Italië: ze kwam, zwaar gewond, om bij een brand in huis nadat ze versuft door pijnstillers slordig een sigaret had gedoofd.

De correspondentie over de moeizame verhouding tussen beide geliefden met zulke verschillende achtergronden zal in 2010 ook in Nederland worden gepubliceerd: onder de titel Een dramatische liefde, in de vertaling van Paul Beers.

Geen opmerkingen: